Kies de juiste plaats. Hoewel je misschien het perfecte aanrecht of het ideale bijzettafeltje in gedachten hebt voor je kamerplant, kan het nodig zijn om afhankelijk van de individuele behoeften van elke plant enkele zaken te herschikken. Vind een plekje met voldoende licht, weg van ventilatiegaten, airconditioners, radiatoren en televisies. Zet de plant niet tussen de gordijnen en het raam, want dit zal het regelen van de temperatuur bemoeilijken.
- Ramen op het zuiden bieden op het noordelijk halfrond het meeste licht en ramen op het noorden bieden de meeste schaduw. Draai dit om als je op het zuidelijk halfrond woont. Ramen op het oosten of westen bieden overal ter wereld een gemiddelde hoeveelheid zonlicht.
- Vermijd om je plant op een plek te zetten waar kinderen of huisdieren deze gemakkelijk omver kunnen stoten.
Geef je planten de juiste hoeveelheid water. Water is vaak de primaire oorzaak waarom een plant afsterft – ofwel te veel, ofwel te weinig. Zorg ervoor dat je plant, afhankelijk van de soort, voldoende vocht krijgt. Vaak moet je ervoor zorgen dat de container van de plant altijd vochtig, maar nooit doordrenkt is; de grond mag nooit zo droog zijn dat het afbrokkelt.
- Sommige planten, zoals vetplanten en cactussen, vereisen slechts om de paar weken een beetje water.
- In de wintermaanden, wanneer de lucht droger is, kan je de planten besproeien met een spuitfles of deze door middel van een luchtbevochtiger van extra vocht voorzien zonder de wortels in te natte aarde te moeten laten zitten.
Houd je planten vrij van stof. Na verloop van tijd kunnen je planten ziek worden en er slecht gaan uitzien als gevolg van te veel stof of insecten. Je kan deze gezondheidsklachten voorkomen door je planten elke paar maanden met een zachte doek en wat insecticidezeep te reinigen. Als je merkt dat je plant er opmerkelijk stoffig of ziek uitziet, verzorg en reinig deze dan wat vaker en verplaats deze naar ergens anders indien dit nodig blijkt.
- Gebruik geen stofdoek om je planten te reinigen, want deze kunnen bacteriën overdragen en al je planten tegelijkertijd besmetten.
- Als insecticide niet jouw ding is, dan kan je de planten voorzichtig afwassen met behulp van lauw water en de sproeikop van de gootsteen of douche.
Geef indien nodig voeding. Soms kan het helpen om je potplanten te bemesten. Je kan wateroplosbare voeding kopen om met het water te vermengen. Dit kan je dan geven op dezelfde manier zoals je water geeft. Meststoffen met een trage afgifte bieden een beetje minder controle, maar deze mogen slechts een of twee keer per groeiseizoen worden toegediend.
- De keuze van voeding hangt af van de plantensoort en in welke groeifase deze zich bevindt.
Verwijder ongewenste aangroei. Hoewel je planten binnen in potten staan, houdt dit hen niet tegen om te groot te worden en soms ziekten op te lopen. Gebruik een kleine snoeischaar om overtollige aangroei en zieke plantendelen weg te snijden. Dit zal de planten er niet alleen gezonder laten uitzien, maar het zal deze ook beletten om uit te groeien tot ze te veel ruimte in je huis in beslag nemen.